Vrijheid van meningsuiting in de arbeidsrelatie
Een docente had een boek gepubliceerd over haar ervaringen met het onderwijs op het ROC in Nijmegen waar zij les gaf. Kort daarna ontstond er onrust omdat een aantal beschreven personen in het boek te herleiden was naar haar collega’s. De betreffende collega’s wilden niet meer met de docente samenwerken. Het ROC heeft daarop de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met de werkneemster te ontbinden.
Van kantonrechter tot Hoge Raad
De arbeidsovereenkomst werd door de kantonrechter beëindigd wegens een verstoorde arbeidsrelatie. De docente ging in hoger beroep. Het gerechtshof vond ook dat de arbeidsovereenkomst moest eindigen, maar kende aan de docente wel een billijke vergoeding toe. De Hoge Raad vernietigde die beslissing van het gerechtshof.
De Hoge Raad overwoog dat de publicatie van het boek onder de bescherming van artikel 10 EVRM viel. Als er een rechtstreeks verband zou bestaan tussen de publicatie van het boek en het ontbindingsverzoek van de werkgever, zou dat mogelijk een ongeoorloofde beperking van het recht op de vrijheid van meningsuiting kunnen zijn. De zaak werd verwezen naar het gerechtshof in Den Bosch om dit te onderzoeken en hierover uitspraak te doen.
Vrijheid van meningsuiting
Het hof in Den Bosch toetste aan de hand van de volgende criteria of een beëindiging van het dienstverband gerechtvaardigd was:
1. de aard van de meningsuiting;
2. de motieven van de werknemer voor de uiting;
3. de schade die de werkgever door de uiting heeft geleden;
4. de zwaarte van de door de werkgever opgelegde sanctie.
Volgens het hof was het boek weliswaar een kritische, maar geen beledigende beschouwing (punt 1). Ook bevatte het boek geen aperte onwaarheden (punt 1). Het boek diende een algemeen belang door de eigen ervaringen met de onderwijsvernieuwing te beschrijven (punt 2). Het ROC had geen daadwerkelijke schade aangetoond (punt 3) en had meer kunnen en moeten doen om de gemoederen te sussen, voordat zij tot ontslag zou overgaan (punt 4). Het hof concludeerde dan ook dat in deze omstandigheden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de docente een ontoelaatbare beperking op haar vrijheid van meningsuiting was. De arbeidsovereenkomst was dus eerder onterecht ontbonden.
Wilt u meer weten over uitlatingen van de werknemer?
Heeft u vragen over ontslag of sancties bij schadelijke uitingen van de werknemer over het werk of de organisatie? Neem vrijblijvend contact op met ons via onderstaand contactformulier of bel ons op 078-200 13 14. Wij laten u dan meteen weten wat NewBaze voor u kan betekenen!